Sensire gaat duurzamer laten wassen

Lees hier het interview met Joyce en Ester.

Staat u wel eens stil bij de enorme hoeveelheden wasgoed van een grote zorgorganisatie zoals Sensire? Denk alleen al aan onze locaties voor Wonen met zorg: het beddengoed, de handdoeken, het textiel uit de restaurants… En niet te vergeten de persoonlijke was van bewoners. Bij het uitbesteden van het wassen loont het daarom de moeite goed op te letten, naast de kosten ook op duurzaamheid. Want wasserijen gebruiken veel water en energie. Heel veel.

Ester Groothuis is facilitair regisseur en heeft onder meer wasverzorging in haar pakket. ‘Het gaat inderdaad om grote hoeveelheden gehuurd linnengoed en persoonsgebonden wasgoed van bewoners die voor de wasservice kiezen. Ruim 9500 containers met daarin onder andere 555.000 baddoeken, 70.000 hoeslakens en 140.000 theedoeken op jaarbasis. Omdat we dit linnen huren van de wasserij, noemen we het ook wel huurlinnen.’ 

Samen gekozen voor nieuwe wasserij

Ze vervolgt: ‘We werken al jaren samen met dezelfde wasserij en zijn tevreden. Dat contract loopt echter binnenkort af. Dat was een goed moment eens te kijken of de wasverzorging misschien beter, efficiënter, voordeliger en ook duurzamer kon. Duurzaamheid zit tegenwoordig verweven in de keuzes die we maken in ons dagelijks werk, ook bij Sensire. Na een marktverkenning hebben wij bij drie partijen een offerte aangevraagd. We bezochten alle drie de wasserijen en een afvaardiging van hen bezocht een van onze woonlocaties. Alle drie de wasserijen dienden een uitgebreide aanbieding in.

Bijzonder aan deze aanbesteding was dat verschillende geledingen binnen Sensire erbij betrokken waren. Niet alleen Facilitair, maar ook een afvaardiging vanuit de zorg, de centrale cliëntenraad, inkoop en logistiek. Het traject werd dan ook afgesloten met een presentatie aan deze hele groep. Tenslotte hebben we unaniem voor de nieuwe wasserij WasMijnWas gekozen.’

Vooruitstrevende organisatie

Joyce de Vreede werkt als regieverpleegkundige ouderenzorg voor locaties in Wehl en Doetinchem. Zij meldde zich aan om mee te praten over de selectie van de nieuwe wasserij. ‘Duurzaamheid zit in me, thuis en op mijn werk.’ Ze lacht: ‘Misschien komt het doordat ik vlakbij Wageningen woon: daar is het groene bewustzijn groot. Ik zie momenteel ook het hele zorglandschap meer richting duurzaamheid bewegen, dat vind ik positief.’

In haar ogen moet de nieuwe wasserij een vooruitstrevende organisatie zijn, die open staat voor innovatie. ‘Bij Sensire ontwikkelen we snel en veel, dat moet aansluiten.’ Als voorbeeld noemt ze de wens tot het chippen van het huurlinnen waardoor dat gemakkelijker terug te vinden is en waardoor ook het voorraadbeheer nauwkeuriger en minder tijdrovend wordt. ‘Want nu moeten we letterlijk wekelijks handmatig handdoeken, washandjes enzovoort tellen en invoeren in het systeem. Op elke locatie. Dat kan eenvoudiger.’ Ester bevestigt dat vanaf 2025 het tellen tot het verleden behoort en al het huurlinnen gechipt zal zijn.

Wat maakt de nieuwe wasserij zo groen?

Ester vervolgt: ‘Eigenlijk voldeden alle drie de kandidaten aan onze eisen en wensen op het gebied van duurzaamheid. Na een zorgvuldige evaluatie met alle betrokkenen hebben we uiteindelijk gekozen voor een partij die een gloednieuwe hal heeft en daardoor recent heeft geïnvesteerd in onder andere energie- en waterbesparende maatregelen.’ Ze somt op:

  • 15 – 20% minder gasverbruik doordat men stoomloos werkt;
  • afvalwater dat het schone water opwarmt;
  • wassen op lagere temperaturen door gebruik van andere wasmiddelen;
  • pH-neutrale, biologisch afbreekbare wasmiddelen;
  • kortere droogtijden van het huurlinnen door persen onder hoge druk;
  • het GRS-keurmerk voor het huurlinnen: deze Global Recycled Standard betekent dat dit textiel voor minimaal 50% uit gerecycled materiaal bestaat;
  • afgekeurd huurlinnen wordt weer gerecycled;
  • persoonsgebonden wasgoed heeft zo veel mogelijk een papieren wikkel in plaats van een plastic hoes.

Ritten combineren

Op afdelingsniveau speelt de relatieve milieuvriendelijkheid van het wasproces zelf wat minder. Joyce: ‘Dat staat wat verder van ons af. Wij zijn ons vooral bewust van de vele ritten die er gemaakt worden. Hoe krijgen we het wasgoed op een duurzame manier heen en weer? Daarom gaan we ritten meer combineren.’ Ze vertelt dat ook het transport van verpleegkundig materiaal tegenwoordig meer gecombineerd wordt met boodschappenritten.

Vooral de kwaliteit van het huurlinnen was voor de zorgprofessionals een belangrijk criterium bij het kiezen van de wasserij. ‘We hebben een hekel aan te dunne washandjes,’ zegt Joyce. ‘En we willen niet misgrijpen, de voorraad moet op orde zijn zonder dat we hoeven te tellen.’ Ze legt uit dat bij een kloppende voorraad ook het zogenoemde “draaien” niet meer hoeft. ‘Dat is het keren van stapels handdoeken etcetera, zodat je niet het risico loopt dat bepaald goed te lang ongebruikt blijven liggen. Want “stilliggend goed” moet na verloop van tijd “schoon” terug naar de wasserij, uit hygiëne-oogpunt.’

Wat merken bewoners?

Als in de nieuwe situatie de ritten van en naar de wasserij meer gecombineerd worden met ander vervoer, zullen bewoners daarvan geen hinder ondervinden. Integendeel. Voor hen betekent het dat zij hun wasgoed dan nog geen week moeten missen, nu is dat nog anderhalve week.

Joyce vertelt dat de afvaardiging van de centrale cliëntenraad de nadruk legde op de behandeling van het persoonsgebonden goed. ‘Voor bewoners is het belangrijk dat wasgoed niet kwijt raakt, bijvoorbeeld. En dat ze goed geholpen worden door de klantenservice, als dat nodig is. Want wij als Sensire zitten daar niet tussen, die contacten lopen rechtstreeks.’